laso
Indonesisch
Woordafbreking
- la·so
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
laso
Slowaaks
Zelfstandig naamwoord
laso o
- lasso; een touw met verschuifbare lus om door er mee te gooien koeien en paarden ermee te vangen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Anagrammen
Toki Pona
Uitspraak
Woordafbreking
- la·so
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
laso
Bijvoeglijk naamwoord
laso
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /lasɔ/
Woordafbreking
- la·so
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Duitse Lasso
Zelfstandig naamwoord
laso o
- lasso; een touw met verschuifbare lus om door er mee te gooien koeien en paarden ermee te vangen
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | laso | lasa |
genitief | lasa | las |
datief | lasu | lasům |
accusatief | laso | lasa |
vocatief | laso | lasa |
locatief | lasu / lase | lasech |
instrumentalis | lasem | lasy |
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Anagrammen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Xhosa
Bezittelijk voornaamwoord
laso