• hy·dro·lo·gie
enkelvoud meervoud
naamwoord hydrologie -
verkleinwoord - -

de hydrologiev

  1. (wetenschap) een aardkunde die gericht is op de bestudering van het gedrag en de eigenschappen van water in de atmosfeer, op en onder het aardoppervlak
    • Hij studeert hydrologie in Groningen. 


hydrologie

  1. (wetenschap) hydrologie


hydrologie

  1. (wetenschap) hydrologie


hydrologie

  1. (wetenschap) hydrologie