honderdnegentien
0 | 1 | 1 | 9 |
honderdnegentien,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: honderdnegentien (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərtˈneɣə(n)ˌtin / (5 lettergrepen)
- hon·derd·ne·gen·tien
- samenstelling van honderd ht en negentien ht
honderdnegentien
- "119", het getal tussen honderdachttien en honderdtwintig, honderd plus negentien
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen honderdnegentien euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdnegentien van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "honderdnegentien" ht als linkerdeel
1. het getal 119
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | honderdnegentien | honderdnegentiens |
verkleinwoord | honderdnegentientje | honderdnegentientjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 119 is aangeduid
- Als jij honderdnegentien opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de honderdnegentien mv
- groep van 119 eenheden
- Die honderdnegentien kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord honderdnegentien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.