herrie
- her·rie
- van Engels hurry zn "commotie", in de betekenis van ‘lawaai’ voor het eerst aangetroffen in 1806 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | herrie | |
verkleinwoord |
- veel en onaangenaam geluid
- Als er niet zo veel herrie was geweest, had hij kunnen nadenken over wat hem dwarszat, maar de krijsende fluittonen volgden elkaar op, onderbroken door explosies die je van hoofd tot voeten door elkaar schudden. [4]
- Vanaf haar plaats op de stenen bal keek Schoonheid rustig neer op de herrie die voor haar op het plein aan de gang was. [5]
1. veel en onaangenaam geluid
- Het woord herrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "herrie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ herrie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "herrie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 15
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 95
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be