teringherrie
- Geluid: teringherrie (hulp, bestand)
- IPA: / ˈterɪŋˌhɛri / (4 lettergrepen)
- te·ring·her·rie
- intensiverende samenstelling van tering zn "versterkend voorvoegsel" en herrie zn "lawaai"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | teringherrie | - |
verkleinwoord | - | - |
- (pejoratief) erg luid en daardoor ergerlijk lawaai
- ▸ Op campings is dat heel duidelijk. "Steevast staan nieuwkomers kritischer ten aanzien van het recreatielawaai dan de habitués." Wat de een gezellig vindt noemt de ander een teringherrie.[1]
- Het woord teringherrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Karel Knip“Zo kan het ook” (5 oktober 1985) op nrc.nl