graag
- Geluid: graag (hulp, bestand)
- IPA: / ɣrax / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /χraχ/
- (Limburg): /ɣrax/, /ɣeːr(n̩)/
- graag
- In de betekenis van ‘bijwoord van hoedanigheid: met plezier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1600 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | graag | grager | graagst |
verbogen | grage | gragere | graagste |
partitief | graags | gragers | - |
graag
graag
- met plezier
- dat doe ik graag
- ▸ Ik probeerde me voor te stellen waar ze nu mee bezig zouden zijn: met hun neus in de boeken of chattend met hun vrienden. Wat leefden we op dit moment in compleet andere werelden, wat was ik ver weg en wat zou ik ze nu graag even vast willen houden.[2]
- Een oud voerman hoort nog graag het klappen van de zweep.
iemand die oud is, vindt het fijn te praten over dingen van vroeger
- Niet graag in iemand schoenen staan
niet graag willen ervaren hoe het is iemand anders te zijn die in een moeilijke of onprettige situatie zich bevindt
1. met plezier, met graagte; dat doe ik graag
|
- Het woord graag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "graag" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "graag" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be