dolgraag
- dol·graag
- intensief, samenstelling van dol bn en graag bw in de betekenis van ‘buitengewoon graag’ aangetroffen vanaf 1838 [1] [2] [3]
dolgraag
- buitengewoon graag
- ▸ Bij het eerstvolgende open veldje aan het water gooiden we onze spullen neer. Ik wilde dolgraag een keer verse vis vangen en op een kampvuurtje grillen.[4]
- doodgraag, zielsgraag
- (meer formeel) doodgaarne, volgaarne
1.
- Het woord dolgraag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dolgraag" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ dolgraag op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "dolgraag" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be