• vol·gaar·ne

volgaarne

  1. (formeel) met veel plezier; met veel genoegen
    • Dat jongeren soms onzin uitkramen wanneer het over politiek gaat, een totaal gebrek aan kennis hebben wat betreft (lokale) politiek en amper weten welke partijen in de eigen gemeente de lakens uitdelen, doet niet ter zake. Politiek is een ver-van-mijn-bed-show en in de raad zitten voor hen louter ouders en groot-ouders. En een beetje jongere zet zich volgaarne af tegen z'n ouders. [2] 
    • Gelukkig bieden de ministeries van Economische Zaken en BuZa een luisterend oor. Holland promotie is in, deze kabinetsperiode was er een record van 100 handelsmissies. En dus participeert de overheid volgaarne. Ook de gemeente Den Haag biedt de helpende hand. [3] 
    • Anita Witzier interviewen valt in het begin helemaal niet mee. Allereerst dat tempo. Met de snelheid van een mitrailleur vuurt de presentatrice woorden en flarden van zinnen af en springt daarnaast ook nog volgaarne van de hak op de tak. [4] 
80 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[5]