• please
  • van het Engels

please

vervoeging van
pleasen

please

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pleasen
    • Ik please. 
  2. gebiedende wijs van pleasen
    • Please! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pleasen
    • Please je? 


please

  1. overgankelijk aanstaan [1], behagen, bekoren, bevallen [1]

please

  1. alsjeblieft, alstublieft

please

  1. alsjeblieft, alstublieft
  2. graag