weetgraag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weet·graag
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | weetgraag | weetgrager | weetgraagst |
verbogen | weetgrage | weetgragere | weetgraagste |
partitief | weetgraags | weetgragers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
weetgraag
- erg verlangend om kennis op te doen
- Zij was een weetgraag meisje dat veel las en verrassende vragen kon stellen.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord weetgraag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weetgraag" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be