folk
Niet te verwarren met: fólk, volk |
- folk
- van Engels folk zn als verkorting van folk music
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | folk | - |
verkleinwoord | - | - |
de folk m
- (muziek) muziekstijl gebaseerd op de volksmuziek van de Britse Eilanden en Noord-Amerika
- Dat de liederen van Rowwen Hèze mensen raken heeft meerdere oorzaken. (…) Eén kracht achter hun succes is natuurlijk het muzikale aspect. De ooit gedurfde en inmiddels breed gewaardeerde mix van folk, tex-mex, polka, rock en zelfs fanfareklanken geven de band een eigen karakter. [1]
- Het woord folk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "folk" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Poels, J. (ed. T. Neutelings)Groots in eenvoud. (2015) op website: dbnl.org; geraadpleegd 2018-09-26
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
folk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | folk | folken |
verkleinwoord | folkje |
- IPA: /folk/
- Afgeleid van het Oudfriese folk
folk
folk
- volk; een roep bij de deur om te bepalen of iemand thuis is
folk
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Afgeleid van het Angelsaksische folc
folk
- folk
- Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord folk
Naar frequentie | 160 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | folk | folket | folk | folka folkene |
genitief | folks | folkets | folks | folkas folkenes |
folk o
- bevolking, natie, volk, de bewoners en bewoonsters van een land, de inwoners en inwoonsters van een land
- algemeenheid, gemeenschap
- beroepsgroep, stand
- gasten, mensen, personen
- [1]: det italienske folk
het Italiaanse volk
folk, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van folk
- folk
- Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord folk
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | folk | folket | folk | folka |
folk o
- bevolking, natie, volk, de bewoners en bewoonsters van een land, de inwoners en inwoonsters van een land
- algemeenheid, gemeenschap
- beroepsgroep, stand
- gasten, mensen, personen
- [1]: det spanske folk
het Spaanse volk
- [1]: eit lite folk
een klein volk
folk, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van folk
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *fulką
folk o
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *fulką
folk o
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *fulką
folk o
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *fulką
folk o
- IPA: /fɔlk/
folk
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
folk | folks |
folk
folk
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /fɔlk/
- folk
- Afgeleid van het Engelse folk / folk music
folk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | folk | folky |
genitief | folku | folků |
datief | folku | folkům |
accusatief | folk | folky |
vocatief | folku | folky |
locatief | folku | folcích |
instrumentalis | folkem | folky |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.