• IPA: /tsɪvɪlɲiː/


  • ci·vil·ní
  • Afgeleid van het Latijnse woord civilis met het achtervoegsel -ní.

civilní

  1. (militair) civiel; niet militair.
  2. burgerlijk; met betrekking tot huwelijken.
  3. (juridisch) burgerlijk, civiel, civielrechtelijk
  4. (techniek) civiel; met betrekking tot civiele techniek.


  1. nevojenský
  2. občanský
  3. občanský
  4. -
  1. vojenský
  2. církevní
  3. trestní
  4. -