Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boor·ma·chi·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boormachine boormachines
verkleinwoord boormachinetje boormachinetjes

Zelfstandig naamwoord

de boormachinev

  1. (gereedschap) machine waarmee men kan boren
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen