Huidig
bestand
280
  • an·ti-

anti- [1] [2]

  1. ter aanduiding van een gerichtheid tegen het door het tweede lid genoemde
  2. ter aanduiding van het tegenovergestelde van wat het tweede lid noemt
  3. ter aanduiding dat het door het derde lid genoemde de werking van het door het tweede lid genoemde voorkomt, neutraliseert of bestrijdt b.v. antimaffiapolitie, antinarcoticabrigade, antipersoneelsmijn, antitankgeschut, antiterreureenheid etc.