anti-integratief

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  anti-integratief    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• an·ti-·in·te·gra·tief

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van integratie met het achtervoegsel -ief met het voorvoegsel anti-

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	anti-integratief	anti-integratiever	anti-integratiefst
verbogen	anti-integratieve	anti-integratievere	anti-integratiefste
partitief	anti-integratiefs	anti-integratievers	-

Bijvoeglijk naamwoord

anti-integratief

1. betrekking hebbend op anti-integratie

Gangbaarheid

• Het woord anti-integratief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.