Nederlands

 
antimilitarist
Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ti·mi·li·ta·rist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord antimilitarist antimilitaristen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de antimilitaristm

  1. (politiek) aanhanger van een (politieke) beweging die tegen het leger is
     Jaurès was een bevlogen antimilitarist die probeerde de Eerste Wereldoorlog te voorkomen.[1]
     Paul Rosenmöller liet destijds niet na te benadrukken dat er alleen maar lichte wapens mee mochten op missie naar Joegoslavië. Ze moesten daar vooral niet denken dat we kwamen om oorlog te voeren. Het klonk de toenmalige minister van Defensie Ter Beek - nota bene antimilitarist - als muziek in de oren.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Frankrijk herdenkt pacifist Jean Jaurès” (31 juli 2014), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron
    P.C. Meijer
    “'Laat militaire missies over aan experts'” (14 jul. 2015), De Telegraaf