Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ti·po·li·tiek
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen antipolitiek antipolitieker antipolitiekst
verbogen antipolitieke antipolitiekere antipolitiekste
partitief antipolitieks antipolitiekers -

Bijvoeglijk naamwoord

antipolitiek

  1. tegen de gewone politieke manier van doen
     Hij denkt dat de oproep tot burgerlijke ongehoorzaamheid luider is dan ooit. "De antipolitieke gevoelens zijn er niet minder om geworden."[1]
     "Het gaat niet om rechts of links. Het is antipolitiek", stelt hij. "We zien kiezers die bereid zijn op een onorthodox figuur te stemmen, buiten het partijkader, omdat ze een alternatief zoeken. Dat leidt tot onvoorspelbaarheid in de politiek."[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Oproep aan Belgen: ga niet stemmen” (03-05-2010), NOS
  2.   Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “'Waarom zou je fictie schrijven als de feiten absurder zijn?'” (03-05-2018), NOS