Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ti·ra·cist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord antiracist antiracisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de antiracistm

  1. (politiek) iemand die strijdt tegen de opvatting dat mensen door afstamming kunnen worden ingedeeld in grote groepen met verschillende uiterlijke kenmerken ("ras") en dat zo'n indeling belangrijk is voor het inrichten van de samenleving

Gangbaarheid