• an·ti·ra·cis·me
enkelvoud meervoud
naamwoord antiracisme
verkleinwoord

het antiracismeo

  1. de bestrijding van racisme en de onderdrukking van minderheidsgroepen en het streven naar de beëindiging ervan
     Door enkele vreemdelingenorganisaties werd zelfs gesuggereerd dat de zaak van het antiracisme geschaad was, en dat de tegenpartij er, daar in het Onze Lieve Vrouwegasthuis, een martelaar bij had, die in zijn nopjes kon zijn met zijn stigmata.[1]
     "Maar het gaat om alle mensen die uitgesloten zijn in onze samenleving", zegt Houssin Bezzai, de nieuwe antiracisme-manager van de KNVB. "Ook bijvoorbeeld mensen met een beperking of homo's en lesbiennes. We willen iedereen laten meedoen met dit spel."[2]
  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  2.   Weblink bron “Commissie adviseert over racisme: 'Elk jongetje of meisje moet kunnen dromen'” (03-07-2020), NOS