tekenen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·ke·nen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘een handtekening zetten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1573 [1]
- In de betekenis van ‘schilderen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1367 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tekenen |
tekende |
getekend |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
tekenen
- overgankelijk een tekening maken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
een tekening maken
Zelfstandig naamwoord
de tekenen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord teken
Synoniemen
- [1] tekens
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord tekenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tekenen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ 1,0 1,1 "tekenen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be