tekenaar
- te·ke·naar
- Naamwoord van handeling van tekenen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tekenaar | tekenaars |
verkleinwoord | tekenaartje | tekenaartjes |
de tekenaar m
- (beroep) iemand die beroepsmatig afbeeldingen maakt door lijnen op papier of een andere ondergrond te zetten
- iemand die een tekening maakt
- [1.3] constructietekenaar,
- [1.1] lettertekenaar, sneltekenaar, striptekenaar
- [1.3] machinetekenaar
- [2] kanttekenaar
- [1.1] mannelijke vorm van tekenares
- [2] mannelijke vorm van tekenaarster
1. iemand die beroepsmatig tekent
- Het woord tekenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tekenaar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be