dagtekenen
- Geluid: dagtekenen (hulp, bestand)
- dag·te·ke·nen
- In de betekenis van ‘dateren’ voor het eerst aangetroffen in 1704 [1]
- samenstelling van dag en tekenen [2]
dagtekenen [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
dagtekenen |
dagtekende |
gedagtekend |
zwak -d | volledig |
- voorzien van een datum
- Antedateren (ante: vóór) is het dagtekenen met een vroegere datum dan het document daadwerkelijk werd ondertekend.
- vastleggen voor de toekomst
- Dat ideaal zou dan het ideaal van de dandy moeten zijn, de dandy die zijn pose tot kunstwerk heeft verheven. Over hem schrijft Baudelaire: ‘De dandy moet zijn best doen om non-stop subliem te zijn; hij moet leven en slapen voor een spiegel’. Verderop lezen we: ‘Een dandy doet niets’. Dat laatste kan van Baudelaire onmogelijk gezegd worden. De onverstoorbaarheid die hij de dandy toeschreef, ontbrak nogal eens bij hemzelf. Dat de beschaving naar de haaien ging, kon hem wel degelijk schelen. Een van de meest dandyeske passages in Flitsen, een bekentenis van provocerende onverschilligheid, heeft hij naar eigen zeggen alleen laten staan, omdat hij zijn ‘woede [wilde] dagtekenen’. Een woedende dandy is geen dandy meer.[4]
- uit een bepaalde tijd afkomstig zijn
- Oude kerktoren, vlak opgaand bakstenen bouwwerk, waarvan de onderste geledingen van omstreeks 1300 dagtekenen, in de 15e eeuw verhoogd met een klokkenverdieping met een ingesnoerde naaldspits. In 1924 gerestaureerd. Mechanisch smeedijzeren torenuurwerk.
- Het woord dagtekenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "dagtekenen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ dagtekenen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Arnold Heumakers 1 augustus 2014