Gebruiker:Raymondm/Stoel

Uitspraak

• Geluid:  Stoel    (hulp, bestand)
• IPA: stul

Zelfstandig naamwoord

stoel m

1. zitmeubel voor één persoon met een rugleuning.

Synoniemen

• fauteuil, kruk, zetel

Vertalingen

    1. zitmeubel   

Afrikaans: stoel (af) Albanees: karrike (sq) v, karrige (sq) Arabisch: [[#Arabisch|]] (ar) Armeens: աթոռ (hy) Beiers: Stui (bar), Sässl (bar) Bulgaars: [[#Bulgaars|]] (bg) Catalaans: cadira (ca) Chinees: [[#Chinees|]] (zh) Deens: stol (da) Duits: Stuhl (de) m Engels: chair (en), seat (en) Esperanto: seĝo (eo) Faeröers: stólur (fo) Fins: tuoli (fi) Frans: chaise (fr) v Fries: stoel (fy) Grieks: καρέκλα (el) (karékla) Hebreeuws: כיסא (he) Hongaars: szék (hu) Ido: stulo (io) IJslands: stóll (is) Indonesisch: kursi (id), tempat (id) duduk (id) Interlingua: sede (ia), cathedra (ia) Italiaans: sedia (it) Japans: 椅子 (ja) Jiddisch: שטול (yi)

Koreaans: 의자 (ko) Latijn: sedes (la) v, sella (la) v, sedes (la) v Lets: krēsls (lv) Litouws: kėdė (lt) Malayalam: (kasera) Ambonees Maleis: kursi (ms) Nederlands: stoel (nl), zetel (nl) Noors: stol (no) Papiaments: stul Pools: krzesło (pl) Portugees: cadeira (pt) v, assento (pt) Roemeens: scaun (ro) Russisch: стул (ru) Schots-Gaelisch: cathair (gd) Servisch: столица (sr) (stolica) :sr:столица (sr) Sloveens: stol (sl) :sl:stol (sl) Spaans: silla (es) v Swahili: kiti (sw) Tagalog: sílya (tl), úpuan (tl) Telugu: కుర్చీ (te) (kurchee) Tsjechisch: židle (cs) Turks: sandalye (tr) Vietnamees: ghế (vi) Xhosa: isitulo 7 Zoeloe: isihlalo (zu) Zweeds: stol (sv)

Verwante begrippen

• tafel

Werkwoord

{{1ps|stoelen}}