chaise
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
chaise | la chaise | chaises | les chaises |
chaise v
- stoel
- Il rangeait les chaises sous la table. – Hij zette de stoelen onder de tafel.
- (historisch) een rijtuigje voortbewogen door paarden of menselijke dragers
- prendre une chaise
- plaatsnemen
- une chaise à porteurs
- een draagstoel
- une chaise de poste
- een postkoets
- une chaise longue
- een ligstoel
- Zie Wikipedia voor meer informatie.