Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Zwaan
Zwaan
  • zwaan
  • In de betekenis van ‘eendachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1139 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord zwaan zwanen
verkleinwoord zwaantje zwaantjes

de zwaanv / m

  1. (eendvogels) benaming voor watervogels met lange sierlijke hals uit het geslacht Cygnus  
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]