zwaan
Niet te verwarren met: Zwaan |
- zwaan
- In de betekenis van ‘eendachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1139 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwaan | zwanen |
verkleinwoord | zwaantje | zwaantjes |
- (eendvogels) benaming voor watervogels met lange sierlijke hals uit het geslacht Cygnus
- ▸ Ik bleef naar het witte stipje in het riet kijken, waarbij ik me afvroeg of het een zwaan was of een boei, of iets spannenders - en toen vroeg ik om een reden die ik me niet meer kan herinneren: 'Wat is de zin van het leven?' Misschien kwam het door de weidsheid van de moerasgronden dat ik me ineens afvroeg wat we hier allemaal deden: dat weidse land met daarachter de oceaan die zich uitstrekte tot.[2]
- ▸ het lelijke eendje dat verandert in een zwaan.[3]
- coscorobazwaan, fluitzwaan, hoelzwaan, kleine zwaan, knobbelzwaan, toendrazwaan, trompetzwaan, wilde zwaan, zwarte zwaan, zwarthalszwaan
|
1. benaming voor watervogels met lange sierlijke hals uit het geslacht Cygnus
- Het woord zwaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwaan" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "zwaan" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Lulu Miller“Waarom vissen niet bestaan” (2023), Lebowski Publishers , ISBN 9789048867325
- ↑ Victoria Holt“Vlucht van de zeve zwaluwen” (1992), Saga, ISBN 9788726484892
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be