Nederlands

 
1. De zwanenbloem, Butomus umbellatus
Uitspraak
Woordafbreking
  • zwa·nen·bloem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwanenbloem zwanenbloemen
verkleinwoord zwanenbloempje
zwanenbloemetje
zwanenbloempjes
zwanenbloemetjes

Zelfstandig naamwoord

de zwanenbloemv / m

  1. (bloemplanten) bepaald soort moerasplant met roze bloemen, Butomus umbellatus   uit de zwanenbloemfamilie (Butomaceae  ); dit is de enige soort in deze familie
Schrijfwijzen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen