zwanenmossel
- zwa·nen·mos·sel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwanenmossel | zwanenmossels |
verkleinwoord | zwanenmosseltje | zwanenmosseltjes |
- (tweekleppigen) in zoetwater levend schelpdier, Anodonta cygnea , behorend tot de familie Unionidae
- De bittervoorn is voor zijn voortplanting afhankelijk van de zwanenmossel.
- Het woord 'zwanenmossel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.