zwanenhals
- Geluid: zwanenhals (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzwanə(n)ˌhɑls / (3 lettergrepen)
- zwa·nen·hals
- samenstelling van zwaan en hals met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwanenhals | zwanenhalzen |
verkleinwoord | zwanenhalsje | zwanenhalsjes |
de zwanenhals m
- lange, gebogen hals
- De oude vrouw had vanwege het harde werken een zwanenhals gekregen.
- S-vormige buis
- De afvoerbuis van een gootsteen bevat vaak een zwanenhals om stankgeur tegen te gaan.
- zwaanshals
- [2] sifon
- Het woord zwanenhals staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zwanenhals" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be