Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: zwaanridder


Nederlands

 
1. De Zwaanridder op een schilderij van A. von Heckel  .
Uitspraak
Woordafbreking
  • Zwaan·rid·der
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud
nominatief   Zwaanridder  
genitief   Zwaanridders  

Zelfstandig naamwoord

de Zwaanridderm

  1. (mythologie) hoofdpersoon van een middeleeuws heldenverhaal, waarin een edel krijgsman zich verplaatst in een boot die door een zwaan wordt getrokken
     Bomans ging in zijn lezing ook kort in op Bilderdijks genealogische ideeën. Volgens hem ging de dichter er prat op af te stammen van de Zwaanridder.[1]
     Bij alle anderen is de identiteitswisseling een gevolg van slonzig denken. Warines moeder, de smidsvrouw, is eigenlijk een Keltische moeder-maagd. De ridder die Warine komt halen, blijkt Bohort te zijn, die bovendien Myrddyn heet en bij nader inzien de Zwaanridder Lohengrin is.[2]
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Rick Honings
    Bilderdijk-kroniek : ‘Een te groot geluid in een te kleine kamer’ : Godfried Bomans en de sleutel tot Bilderdijk in: Nieuw Letterkundig Magazijn., jrg. 29 nr. 2 (december 2011), Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Leiden, p. 69
  2.   Weblink bron
    Clara Strijbosch
    “Verduisterde Middeleeuwen” (9 november 2001), de Volkskrant