0 7 0 5
zevenhonderdvijf,
op een abacus
  • ze·ven·hon·derd·vijf

zevenhonderdvijf

  1. "705", het getal tussen zevenhonderdvier en zevenhonderdzes, zevenhonderd plus vijf
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zevenhonderdvijf euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zevenhonderdvijf van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zevenhonderdvijf" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord zevenhonderdvijf zevenhonderdvijfs
verkleinwoord zevenhonderdvijfje zevenhonderdvijfjes

de zevenhonderdvijfv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 705 is aangeduid
    • Als jij zevenhonderdvijf opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de zevenhonderdvijfmv

  1. groep van 705 eenheden
    • Die zevenhonderdvijf kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.