zevenenzestigste
- ze·ven·en·zes·tig·ste
- Afgeleid van het hoofdtelwoord zevenenzestig met het achtervoegsel -ste
zevenenzestigste
- nummer zevenenzestig in een rij.
- Hij viert morgen zijn zevenenzestigste verjaardag.
- gedeeld door zevenenzestig.
- Het woord zevenenzestigste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.