vierenzeventigste
- vier·en·ze·ven·tig·ste
- Afgeleid van het hoofdtelwoord vierenzeventig met het achtervoegsel -ste
vierenzeventigste
- nummer vierenzeventig in een rij.
- Hij viert morgen zijn vierenzeventigste verjaardag.
- gedeeld door vierenzeventig.
- Het woord vierenzeventigste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.