drieëndertigste
- drie·en·der·tig·ste
- Afgeleid van het hoofdtelwoord drieëndertig met het achtervoegsel -ste
drieëndertigste
- nummer drieëndertig in een rij.
- Hij viert morgen zijn drieëndertigste verjaardag.
- gedeeld door drieëndertig.
- Het woord drieëndertigste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.