negenendertigste
- ne·gen·en·der·tig·ste
- Afgeleid van het hoofdtelwoord negenendertig met het achtervoegsel -ste
negenendertigste
- nummer negenendertig in een rij.
- Hij viert morgen zijn negenendertigste verjaardag.
- gedeeld door negenendertig.
- Het woord negenendertigste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.