0 6 0 6
zeshonderdzes,
op een abacus
  • zes·hon·derd·zes

zeshonderdzes

  1. "606", het getal tussen zeshonderdvijf en zeshonderdzeven, zeshonderd plus zes
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zeshonderdzes euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zeshonderdzes van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zeshonderdzes" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord zeshonderdzes zeshonderdzessen
verkleinwoord zeshonderdzesje zeshonderdzesjes

de zeshonderdzesv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 606 is aangeduid
    • Als jij zeshonderdzes opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de zeshonderdzesmv

  1. groep van 606 eenheden
    • Die zeshonderdzes kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.