zeshonderdeenenvijftig

       
0 6 5 1
zeshonderdeenenvijftig,
op een abacus
  • zes·hon·derd·een·en·vijf·tig

zeshonderdeenenvijftig

  1. "651", het getal tussen zeshonderdvijftig en zeshonderdtweeënvijftig, zeshonderd plus eenenvijftig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zeshonderdeenenvijftig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zeshonderdeenenvijftig van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zeshonderdeenenvijftig" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord zeshonderdeenenvijftig zeshonderdeenenvijftigs
verkleinwoord zeshonderdeenenvijftigje zeshonderdeenenvijftigjes

de zeshonderdeenenvijftigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 651 is aangeduid
    • Als jij zeshonderdeenenvijftig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de zeshonderdeenenvijftigmv

  1. groep van 651 eenheden
    • Die zeshonderdeenenvijftig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.