zeeduivel
- zee·dui·vel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeeduivel | zeeduivels |
verkleinwoord |
de zeeduivel m
- (straalvinnigen) (voeding) bepaald soort grote zeevis, Lophius piscatorius uit de familie der Lophiidae , die er door een grote kop met priemvormige aanhangsels griezelig uitziet
- (folklore) monsterlijk wezen dat in zee leeft
-
1. Een zeeduivel op het droge.
-
2. Tekening van een zeeduivel uit de 17e eeuw.
- [1] wiervis
- zeeduivels, vinarmigen, kabeljauwachtige beenvissen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- Indien zeeduivel wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep zeeduivels zie dan Hyponiemen zeeduivels
1. bepaald soort grote zeevis, Lophius piscatorius
- Het woord zeeduivel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeeduivel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be