Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wil·le·keu·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen willekeurig willekeuriger willekeurigst
verbogen willekeurige willekeurigere willekeurigste
partitief willekeurigs willekeurigers -

Bijvoeglijk naamwoord

willekeurig [1]

  1. naar de wil van degene die beslist dus niet volgens een bepaalde regel of dwingende noodzaak
    • Dat was een volledig willekeurige keuze. 
    • Willekeurige spieren zijn die spieren die je met je wil kunt aansturen, onwillekeurige spieren zoals bijvoorbeeld die van het hart kun je niet door je wil aansturen. 
    • De or geeft aan dat er 'zorgen en frustraties'zijn over de wijze waarop het reorganisatieproces verloopt. In de brief geeft de or een willekeurige opsomming'van opmerkingen van medewerkers. Enkele citaten uit de brief: 'Mensen hebben geen werkplezier meer', Er is een angstcultuur', 'De directie zegt iets anders dan wat ze doen', Er wordt niet geluisterd', 'Het vertrouwen is tot onder het vriespunt gedaald', Er wordt gemanipuleerd', 'Het inhuren van allerlei mensen door de directie terwijl noodzakelijke inhuur op de werkvloer vaak wordt afgewezen'.[2] 
  2. (statistiek)naar de grillen van het lot; niet te voorspellen
    • Jaarlijks moeten er 300.000 nieuwe huizen bijkomen. Daarmee wil hij de grootste bekommernis van de Britten – de woningkrapte – helpen oplossen. Ook de gezondheidszorg – dat andere grote probleem – krijgt extra geld (2,8 miljard pond). Deze winter komt er meteen 350 miljoen pond bij. Dat bedrag is allesbehalve willekeurig. De Brexiteers voerden campagne met de slogan dat de EU-uitstap de NHS wekelijks 350 miljoen pond extra kon opleveren.[3] 
    • Sommige willekeurige getallen zijn normaal verdeeld, maar lang niet alle. 
Opmerkingen
  • het gebruik van willekeurig en onwillekeurig in het Nederlands is niet helemaal logisch, voor een meer complete uitleg zie het artikel op onzetaal.nl [4]
Synoniemen
Verwante begrippen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen