willekeur
- wil·le·keur
- In de betekenis van ‘believen, grilligheid’ voor het eerst aangetroffen in 1611 [1]
- samenstelling van wil en keur met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | willekeur | |
verkleinwoord |
- handeling die zich niet aan enige regel buiten de voorkeur van de handelaar stoort, vrije verkiezing
- (pejoratief) grillig handelen
- Deze behandeling was volstrekte willekeur.
- Het woord willekeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "willekeur" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "willekeur" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be