• on·ge·mo·ti·veerd
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ongemotiveerd ongemotiveerder ongemotiveerdst
verbogen ongemotiveerde ongemotiveerdere ongemotiveerdste
partitief ongemotiveerds ongemotiveerders -

ongemotiveerd

  1. (psychologie) zonder enige innerlijke drang om iets te doen
  2. zonder enige toelichting of uitleg (waarom iets moet of waarom iemand iets vind)
100 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be