0 5 0 6
vijfhonderdzes,
op een abacus
  • vijf·hon·derd·zes

vijfhonderdzes

  1. "506", het getal tussen vijfhonderdvijf en vijfhonderdzeven, vijfhonderd plus zes
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vijfhonderdzes euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vijfhonderdzes van het grootste hotel. 

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vijfhonderdzes" ht als linkerdeel

enkelvoud meervoud
naamwoord vijfhonderdzes vijfhonderdzessen
verkleinwoord vijfhonderdzesje vijfhonderdzesjes

de vijfhonderdzesv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 506 is aangeduid
    • Als jij vijfhonderdzes opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

de vijfhonderdzesmv

  1. groep van 506 eenheden
    • Die vijfhonderdzes kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.