Nederlands

       
0 5 0 2
vijfhonderdtwee,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • vijf·hon·derd·twee
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vijfhonderdtwee

  1. "502", het getal tussen vijfhonderdeen en vijfhonderddrie, vijfhonderd plus twee
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vijfhonderdtwee euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vijfhonderdtwee van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vijfhonderdtwee" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord vijfhonderdtwee vijfhonderdtwees
verkleinwoord vijfhonderdtweetje vijfhonderdtweetjes

Zelfstandig naamwoord

de vijfhonderdtweev / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 502 is aangeduid
    • Als jij vijfhonderdtwee opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

vijfhonderdtwee mv

  1. groep van 502 eenheden
    • Die vijfhonderdtwee kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid