Nederlands

       
0 5 0 3
vijfhonderddrie,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • vijf·hon·derd·drie
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vijfhonderddrie

  1. "503", het getal tussen vijfhonderdtwee en vijfhonderdvier, vijfhonderd plus drie
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vijfhonderddrie euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vijfhonderddrie van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vijfhonderddrie" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord vijfhonderddrie vijfhonderddries
verkleinwoord vijfhonderddrietje vijfhonderddrietjes

Zelfstandig naamwoord

de vijfhonderddriev / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 503 is aangeduid
    • Als jij vijfhonderddrie opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

vijfhonderddrie mv

  1. groep van 503 eenheden
    • Die vijfhonderddrie kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid