verstrooien

Nederlands

begrafenisstoet opweg om de as te verstrooien

Uitspraak

• Geluid:  verstrooien    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·strooi·en

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van strooien met het voorvoegsel ver-

Werkwoord

verstrooien

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verstrooien	verstrooide	verstrooid
zwak -d	volledig

1. door strooien verspreiden met name van de as van een overledene

   • Ach, sommige mensen willen hun as laten verstrooien en anderen geven de voorkeur aan een lapje grond in de buurt, toch?' 
   • Begrafenissen en crematies worden persoonlijker. Verstrooien uit een ballon, vervoer per glazen koets? Het kan allemaal. Zondag is in Haaksbergen een uitvaartbeurs in zalencentrum 't Hagen.  

2. uiteendrijven

   • Een derde deel van je inwoners, Jeruzalem, zal binnen je muren sterven door de pest en de honger, een derde deel zal daarbuiten vallen door het zwaard en een derde deel zal ik in alle windrichtingen verstrooien en met het zwaard achtervolgen.  

3. ontspanning zoeken, afleiding verschaffen, afleiden van de geest

Synoniemen

• [1] spreiden, verspreiden
• [2] afleiden, amuseren, ontspannen, plezieren, vermaken, bezighouden
• [3] verjagen, verdrijven, uiteendrijven

Antoniemen

• [3] verzamelen, samenbrengen

Vertalingen

    1. spreiden   

Duits: verstreuen (de), zerstreuen (de) Engels: scatter (en)

Frans: éparpiller (fr), disperser (fr) Spaans: esparcir (es)

    1. vermaken   

Duits: zerstreuen (de) Engels: entertain (en)

Frans: (onthalen) régaler (fr), (afleiden) distraire (fr) Spaans: (onthalen) regalar (es), (afleiden) distraer (es)

Gangbaarheid

• Het woord verstrooien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verstrooien" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.