• ver·drij·ven
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verdrijven
verdreef
verdreven
klasse 1 volledig

verdrijven

  1. overgankelijk uit het land verjagen
    • Deze bevolkingsgroep is de voorbije oorlog uit dat gebied verdreven. 
    • Na de overwinning, die makkelijk behaald kon worden omdat de bewoners van de Oude Streek in hun slaap werden verrast, hadden de Steenlanders hen verdreven en alles verwoest wat nog aan de verslagenen herinnerde: bloemen, planten, bomen, huizen en nog veel meer. De Oude Streek bleef verlaten en doods achter. Net of er nooit iets had geleefd. [1] 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 11
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be