samenbrengen
- sa·men·bren·gen
- samenstelling van samen en brengen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
samenbrengen |
bracht samen |
samengebracht |
zwak -cht | volledig |
samenbrengen
- overgankelijk zaken of personen van verschillende plaatsen op één plaats verzamelen
- Alle soorten kraanvogels van de wereld zijn in dit park samengebracht.
1. zaken of personen van verschillende plaatsen op één plaats verzamelen
- Het woord samenbrengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "samenbrengen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be