ontspannen
- Geluid: ontspannen (hulp, bestand)
- IPA: / ɔntˈspɑnə(n) / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ɔntˈspɑnə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɔntˈspɑnə(n)/
- ont·span·nen
- [1, 2] afgeleid van spannen met het voorvoegsel ont-.
- vervoeging van ontspannen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontspannen |
ontspande |
ontspannen |
zwak -d
gemengd |
volledig |
ontspannen
- overgankelijk in een minder gespannen staat brengen
- Hij genoot van het prachtige concert en dat ontspande hem behoorlijk.
- wederkerend trachten de spanningen van de dag weg te laten vloeien
- Probeer je wat te ontspannen, ga eens naar een concert!
vervoeging van: | ontspannen… |
verbogen vorm: | ontspannene |
ontspannen
- voltooid deelwoord van ontspannen
- bijwoordelijk gebruikt
- Ze raakte helemaal ontspannen door de stilte in huis.
- als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
- ▸ Pas na lange tijd was ik ontspannen genoeg om de fles te vullen.[1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ontspannen | ontspannener | ontspannenst |
verbogen | - | - | - |
ontspannen
- in een minder gespannen staat
- Ik heb geen problemen met mijn ontspannen arm.
vervoeging van: | ontspannen… |
geen verbogen vorm |
ontspannen
- voltooid deelwoord van ontspannen
- Het woord ontspannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontspannen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be