tweehonderdzesenveertig
0 | 2 | 4 | 6 |
tweehonderdzesenveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: tweehonderdzesenveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtwehɔndərtˈsɛsənˌfertəx / (7 lettergrepen)
- twee·hon·derd·zes·en·veer·tig
- samenstelling van tweehonderd ht en zesenveertig ht
tweehonderdzesenveertig
- "246", het getal tussen tweehonderdvijfenveertig en tweehonderdzevenenveertig, tweehonderd plus zesenveertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen tweehonderdzesenveertig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdzesenveertig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdzesenveertig" ht als linkerdeel
1. het getal 246
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweehonderdzesenveertig | tweehonderdzesenveertigs |
verkleinwoord | tweehonderdzesenveertigje | tweehonderdzesenveertigjes |
de tweehonderdzesenveertig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 246 is aangeduid
- Als jij tweehonderdzesenveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de tweehonderdzesenveertig mv
- groep van 246 eenheden
- Die tweehonderdzesenveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'tweehonderdzesenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.