tweehonderdtweeënvijftig
0 | 2 | 5 | 2 |
tweehonderdtweeënvijftig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: tweehonderdtweeënvijftig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtwehɔndərˈtwejənˌfɛiftəx / (7 lettergrepen)
- twee·hon·derd·tweeën·vijf·tig, twee·hon·derd·twee·en·vijf·tig
- samenstelling van tweehonderd ht en tweeënvijftig ht
tweehonderdtweeënvijftig
- "252", het getal tussen tweehonderdeenenvijftig en tweehonderddrieënvijftig, tweehonderd plus tweeënvijftig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen tweehonderdtweeënvijftig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderdtweeënvijftig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "tweehonderdtweeënvijftig" ht als linkerdeel
1. het getal 252
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweehonderdtweeënvijftig | tweehonderdtweeënvijftigs |
verkleinwoord | tweehonderdtweeënvijftigje | tweehonderdtweeënvijftigjes |
de tweehonderdtweeënvijftig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 252 is aangeduid
- Als jij tweehonderdtweeënvijftig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de tweehonderdtweeënvijftig mv
- groep van 252 eenheden
- Die tweehonderdtweeënvijftig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'tweehonderdtweeënvijftig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.