tweehonderdentweeënvijftig
0 | 2 | 5 | 2 |
tweehonderdentweeënvijftig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: tweehonderdentweeënvijftig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈtwejənˌfɛiftəx / (8 lettergrepen)
- twee·hon·derd·en·tweeën·vijf·tig, twee·hon·derd·en·twee·en·vijf·tig
tweehonderdentweeënvijftig
- "252", langere vorm van tweehonderdtweeënvijftig, tweehonderd plus tweeënvijftig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft tweehonderdentweeënvijftig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdentweeënvijftig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- tweehonderdtweeënvijftig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdentweeënvijftig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdentweeënvijftig" ht als linkerdeel
- Het woord 'tweehonderdentweeënvijftig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)